Deze Buick Riviera stamt uit het tweede jaar van productie (1964). Na zo’n 50 jaar heeft het plaatwerk vaak toch al wel wat behandelingen gehad, maar er komt een moment dat het plaatwerk toe is aan een grondige restauratie.
Een luxe auto als antwoord op de Thunderbird
De Buick Riviera mocht tijdens zijn introductie midden jaren zestig rekenen op veel lof van het autojournaille. GM had in die tijd geen goede tegenhanger voor de Ford Thunderbird, dus het werd hoog tijd voor een (enigszins) betaalbaar luxe model dat zich kon meten met die legende. De introductie van de Buick Riviera ging dan ook niet bepaald onopgemerkt voorbij. Acht nogal uiteenlopende generaties lang bleef de auto in productie, samen goed voor zo’n dertig jaar. In totaal werden er 1,127,261 exemplaren geproduceerd; niet bepaald weinig dus.
American Beauty
Dit exemplaar is één van de eerste modellen, en mede daarom een plaatje om te zien. Niet alle generaties die volgden waren even succesvol gestyled. Over de eerste generatie echter niets dan lof. Zo noemde Sergio Pininfarina de Buick Riviera ‘één van de mooiste Amerikaanse auto’s ooit gebouwd”. JE hoeft echter niet Pininfarina te heten om te zien dat we het over een goed gelukte bolide hebben. De kenmerkende snuit is er één die je uit duizenden herkent. De Buick Electra en de Skylark hadden een vergelijkbare snuit, maar door de ruime buitenmaten en de coupé-lijn van de Riviera komt ‘ie daarop net wat beter tot zijn recht.
No substitute for cubic inches
De Buick Rviera kwam initieel met slechts één motor op de markt: een 325 pk (242 kW) 6.6 liter ‘nailhead’ V8. Standaard was de auto voorzien van een dubbele uitlaat en een zogenaamde ‘turbine drive’ automatische transmissie. Niet veel later werd een 7.0 liter 340 pk (254 kW) sterke V8 aangeboden. Verwacht echter geen topprestaties, het blijft een auto met een gemiddelde gewicht van een grote bestelbus. Toch hebben de meeste bestelbussen moeite om de honderd te halen in acht seconden. Bij een topsnelheid van 185km/u houdt het (zonder de motor te kietelen uiteraard) echter wel op.